TEXT 18
satkāra-māna-pūjārthaṁ
tapo dambhena caiva yat
kriyate tad iha proktaṁ
rājasaṁ calam adhruvam
sat-kāra — respect; māna — aanzien; pūjā — en verering; artham — in het belang van; tapaḥ — ascese; dambhena — met trots; ca — ook; eva — zeker; yat — welke; kriyate — wordt verricht; tat — dat; iha — in deze wereld; proktam — wordt genoemd; rājasam — in de hoedanigheid hartstocht; calam — onbestendig; adhruvam — tijdelijk.
Ascese die verricht wordt uit trots en om respect, aanzien en verering te verwerven, wordt ascese in de hoedanigheid hartstocht genoemd. Zulke ascese is wankel en vergankelijk.
Soms wordt ascese verricht om mensen aan te trekken en om eer, ontzag en verering van anderen te krijgen. Personen in de hoedanigheid hartstocht zorgen ervoor dat ze door hun ondergeschikten worden vereerd, dat hun voeten door hen gewassen worden en dat ze rijkdommen van hen aangeboden krijgen. Zo’n show van ascese wordt tot de hoedanigheid hartstocht gerekend. De resultaten zijn tijdelijk; ze kunnen voor een bepaalde tijd volgehouden worden, maar zijn niet duurzaam.