No edit permissions for Nederlands

TEXT 49

asakta-buddhiḥ sarvatra
jitātmā vigata-spṛhaḥ
naiṣkarmya-siddhiṁ paramāṁ
sannyāsenādhigacchati

asakta-buddhiḥ — een intelligentie hebbend die niet gehecht is; sarvatra — overal; jita-ātmā — beheersing over de geest hebbend; vigata-spṛhaḥ — zonder materiële verlangens; naiṣkarmya-siddhim — de volmaaktheid van vrijheid van reacties; paramām — allerhoogste; sannyāsena — door de onthechte levensorde; adhigacchati — men bereikt.

Wie beheerst en vrij van gehechtheid is en wie alle materiële genietingen veronachtzaamt, kan door onthechting het hoogste en volmaakte stadium van vrijheid van reacties bereiken.

Ware onthechting houdt in dat men zichzelf altijd als een integrerend deeltje van de Allerhoogste Heer ziet en zich daarom realiseert dat men niet het recht heeft om van de resultaten van zijn activiteiten te genieten. Omdat de ziel een integrerend deeltje van de Allerhoogste Heer is, moeten de resultaten van haar activiteiten door de Allerhoogste Heer genoten worden. Dat is Kṛṣṇa-bewustzijn. Wie Kṛṣṇa-bewust handelt, is feitelijk een sannyāsī, een persoon in de onthechte levensorde. Met zo’n mentaliteit blijft men tevreden, omdat men werkelijk actief is voor de Allerhoogste. Op die manier is men niet gehecht aan materiële dingen; men raakt eraan gewend geen plezier te beleven aan iets anders dan het transcendentale geluk dat verkregen wordt door het dienen van de Heer.

Een sannyāsī wordt geacht vrij te zijn van de karmische reacties op zijn vroegere activiteiten, maar een Kṛṣṇa-bewust persoon krijgt deze volmaaktheid vanzelf, zelfs zonder dat hij de zogenaamde onthechte levensorde aanvaardt. Deze geestestoestand wordt yogārūḍha genoemd of het volmaakte niveau van yoga. Dit wordt bevestigd in het derde hoofdstuk: yas tv ātma-ratir eva syāt — wie innerlijke tevredenheid ervaart, hoeft niet bang te zijn voor enige vorm van karmische reactie op zijn activiteit.

« Previous Next »